4.De leerlingen leren informatie te
achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder
schema’s, tabellen en digitale bronnen.
5.De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met
verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen
of plezier verschaffen.
6.De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het
lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten,
bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale.
13.De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige
gesproken en geschreven Engelse teksten.
14.De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven
over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude
waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal.
15.De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige
woorden over alledaagse onderwerpen.
42.De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en
natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, electriciteit,
kracht, magnetisme en temperatuur.
44.De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving
relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het
materiaalgebruik.
45.De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te
ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.